Verwijzingen naar regelgeving

STOP sluit aan bij de juridische conventies die gelden voor het verwijzen naar teksten, informatieobjecten, publicaties en andere bronnen. Deze pagina geeft een overzicht van de conventies.

Juridische en niet-juridische verwijzingen

Juridisch telt een verwijzing alleen als onderdeel van de leesbare tekst zoals die wordt getoond aan de eindgebruiker. Bovendien moet uit de tekst eenduidig te achterhalen zijn waarnaar verwezen wordt. Dat houdt in:

  • Als naar regeling, besluit of publicatie als geheel verwezen wordt, dan moet de leesbare tekst de officiële naam ervan zijn. Bijvoorbeeld: Omgevingsplan Pyrodam, of Besluit van 6 februari 2023 tot wijziging van het omgevingsplan Pyrodam.

  • Als naar een onderdeel van een andere tekst verwezen wordt, dan moet de leesbare tekst precies aangeven om welk tekstonderdeel het gaat. Bijvoorbeeld: artikel 2.1 van deze regeling.

  • Als naar een (te consolideren) STOP informatieobject verwezen wordt, dan moet de leesbare tekst de JOIN-identificatie van het informatieobject zijn, of de naam die in de tekst gebruikt wordt om naar het informatieobject te verwijzen en waarvoor elders in de tekst de JOIN-identificatie is gegeven.

  • Als naar informatie op het internet verwezen wordt met een URL, dan moet de leesbare tekst uit de volledige URL bestaan. Het gebruik van URL-verwijzingen wordt alleen opportuun geacht als er zekerheid is dat de informatie waarnaar verwezen wordt langdurig beschikbaar blijft via die URL.

Juridisch is het niet van belang of de verwijzing als hyperlink is uitgevoerd (in STOP: als ExtRef, IntRef, ExtIoRef of IntIoRef). In de PDF van een officiële publicatie wordt momenteel zelfs alleen de leesbare tekst weergegeven. De tekst mag niet onbegrijpelijk worden als een verwijzing niet als een hyperlink is uitgevoerd.

Omdat de teksten meestal op een andere manier worden gelezen, bijvoorbeeld via websites, draagt het bij aan de toegankelijkheid van de informatie om een verwijzing (behalve als die in een kop staat) wel als hyperlink uit te voeren. Dit bespaart de lezer de moeite om uit te zoeken waar de informatie gevonden kan worden waarnaar verwezen wordt. De informatie die in de STOP-elementen voor een hyperlink staan en die geen onderdeel zijn van de leesbare tekst hebben geen juridische status. Het is daarom toegestaan hyperlinks te introduceren in een tekst (of ze weg te halen) zonder dat daar een besluit voor nodig is - het kan met een revisie.

Uitwerken van dynamische verwijzingen

Om precies te bepalen naar welke versie van een regeling of informatieobject een dynamische verwijzing wijst, moet uitgegaan worden van de context waarin de regeling met de verwijzing getoond wordt. Als bijvoorbeeld de huidig geldende regeling getoond wordt, dan wordt verwezen naar de huidig geldende versie van de andere regeling/informatieobject. Als een specifieke tijdreis gebruikt is, dan moet dezelfde tijdreis gebruikt worden om de versie van de andere regeling/informatieobject te bepalen.

Het is niet ongebruikelijk dat een regeling wordt gewijzigd waardoor dynamische verwijzingen naar een artikel uit de regeling voor bepaalde tijdreizen niet meer bij een geldige versie van de regeling uitkomen waarin dat artikel nog voorkomt. Regelingen en informatieobjecten evolueren immers in het algemeen onafhankelijk van elkaar. Bijvoorbeeld als een gemeente in haar regeling verwijst naar een artikel in de regeling van een provincie. De provincie zal eerst haar regeling aanpassen, waardoor dynamische verwijzingen na de inwerkingtreding van de wijziging niet meer altijd hoeven te werken. In antwoord daarop zal de gemeente haar regeling wijzigen met dezelfde inwerkingtredingsdatum, waardoor de verwijzingen weer voor elke tijdreis kloppen.

Als een bevoegd gezag voor een dynamische verwijzing kiest, wordt geaccepteerd dat de verwijzing niet voor elke tijdreis zal kloppen. Een niet-kloppende verwijzing is daarom een juridisch probleem en geen informatiekundig probleem. Het is aan het bevoegd gezag dat de verwijzing heeft opgenomen om te zorgen dat de verwijzing valide blijft. Als het bevoegd gezag niet tijdig reageert kan het tot een "dode link" leiden. Dit is misschien juridisch-inhoudelijk onwenselijk, maar het is geen reden om de verwijzing als een technische fout te markeren.

Verwijzen naar tekst: gebruik van eId en wId

Bij de verwijzing van tekst naar tekst wordt in STOP altijd de eId gebruikt. Dit weerspiegelt de juridische conventie dat een verwijzing naar bijvoorbeeld artikel 5 geen verwijzing is naar de inhoud van artikel 5 zoals dat luidde toen de verwijzing is ontstaan en de verdere evolutie daarvan, maar altijd naar het artikel dat in de nu geldende tekst artikel 5 is. Als het artikel hernummerd wordt of komt te vervallen, dan moet ook de verwijzing aangepast worden.

In andere STOP modules gebruikt STOP alleen een eId als de verwijzing naar de tekst is afgeleid van een verwijzing van tekst naar tekst. Als in STOP aangegeven moet worden waar bepaalde informatie te vinden is in de tekst betreft het een informatiekundige verwijzing. In dat geval wordt de wId gebruikt.

Implementatiekeuze

Statische en informatiekundige verwijzingen die naar een regeling(versie) of informatieobject(versie) verwijzen kunnen onbruikbaar zijn als hetgeen waarnaar verwezen wordt onbekend is. Rekening houden met de onbekendheid ervan kan software erg complex maken. Het is daarom aan STOP-gebruikende systemen om te bepalen hoe met informatiekundige en statische verwijzingen omgegaan wordt. Het systeem kan bijvoorbeeld vereisen dat de regeling(versie) die verwijst en hetgeen waarnaar verwezen wordt altijd moeten bestaan. Dus dat alleen een verwijzing is toegestaan naar een al in het systeem bekende regeling of informatieobject. Of dat een regeling of informatieobject alleen ingetrokken mag worden als er geen informatiekundige verwijzingen naar zijn vanuit geldige regelingen.

Voor dynamische verwijzingen ligt dat anders. Een STOP-gebruikend systeem kan wel nagaan of een nieuwe dynamische verwijzing al dan niet naar een bekende regeling of informatieobject verwijst. Omdat de regeling die verwijst en hetgeen waarnaar verwezen wordt onafhankelijk van elkaar moeten kunnen evolueren mag de software niet eisen dat een dynamische verwijzing op elk moment uitgewerkt kan worden. De software moet er rekening mee houden dat de uitwerking van een dynamische verwijzing kan uitkomen bij een (onderdeel van een) regeling of informatieobject die niet meer geldig is.

Het ondersteunen in software van alle mogelijke verwijzingen is geen sinecure. Het is daarom denkbaar dat er in toepassingsprofielen beperkingen worden opgenomen over welk type verwijzing toegestaan is in specifieke regelingen of besluiten.