Maakproces regeling- en besluittekst

Basisproces

Voor een uitgebreide beschrijving van het publicatieproces dat STOP ondersteunt, zie de procesbeschrijving.

Het basisproces ziet er grofweg als volgt uit:

  1. Bepalen inwerkingtreding: het bepalen van de manier waarop de regelgeving inwerking moet treden.

  2. Schrijven van de regelingversie: d.w.z. een initiële regeling of wijzig een bestaande versie.

  3. Schrijven van het besluitdeel: d.w.z. een toelichting op de regeling of regelingwijziging.

  4. Vergelijken van de regelingversies: d.m.v. de geautomatiseerde renvooi-service.

  5. Samenvoegen van regeling en besluitdeel.

  6. Terinzagelegging, vaststelling of bekendmaking van het besluit.

  7. Consolideren van de regeling: het samenstellen van de geldende regelingversie(s) op basis van het besluit.

Voor uitgebreide informatie over het maken van een klassiek besluit of regeling, zie het klassiek model.

STOP-maakproces voor regelingen en besluiten

Om met STOP een besluit met een nieuwe regeling of wijziging in een bestaande regeling te maken en publiceren, ondergaat de tekst onderstaande stappen. Dit wijkt in sommige gevallen af van de juridische praktijk. Werken volgens STOP houdt in dat men eerst bepaalt welke onderdelen in welke volgorde en op welk moment in werking treden. Pas daarna stelt men een nieuw besluit met een nieuwe/gewijzigde regeling op.

N.B.: In deze tekst worden de woorden regeling en besluit gebruikt zoals gedefinieerd in STOP en niet in de juridische betekenis.

1. Bepalen inwerkingtreding

Voordat men begint aan het maken van een nieuwe regeling(versie), bepaalt men eerst welke 'delen' van de regeling gelijktijdig in werking treden. Als een nieuwe regeling niet als één geheel in werking treedt, stelt men met STOP per inwerkingtredingsmoment een aparte regelingversie op.

Voorbeeld

Stel dat je een regeling met 10 artikelen wilt maken, maar dat door een bepaald overgangsrecht op 1 januari volgend jaar alleen de artikelen 1 t/m 5 en 10 in werking treden. Een half jaar later artikelen treden pas de artikelen 6 t/m 9 in werking, en artikel 10 vervalt op dat moment.

Gebruikelijk stel je in dat geval één regelingversie met 10 artikelen op en bepaal je de inwerkingtredingsmomenten per groep artikelen, en dat neem je ook in het besluit op. Dit leidt tot een besluit over één regeling én twee geconsolideerde regeling-versies:

  • per 1 januari volgend jaar de geconsolideerde regelingversie met artikel 1 t/m 5 en 10

  • vanaf 1 juli volgend jaar de geconsolideerde regelingversie met de artikelen 1 t/m 9.

Gebruik je STOP en wil je daarmee automatisch twee geconsolideerde regelingversies afleiden, dan stel je twee besluiten op. Eén met de regelingversie met de artikelen 1 t/m 5 en 10 en een ander de regelingversie met de artikelen 1 t/m 9. Op deze manier kan de LVBB automatisch de geconsolideerde regeling bepalen.

Als is bepaald in welke stappen de nieuwe regelgeving in werking zal treden, kan men de gewenste regelingversie per besluit bepalen.

2. Schrijven van de regelingversie

In deze stap stelt men de volledige regelingtekst op voor de nieuwe regelingversie. Ook als men een bestaande regeling wil wijzigen, stelt men volledige regelingtekst op. Dat is eenvoudig te doen door de bestaande (bijv. de heden geldende) regelingtekst aan te passen.

Tekstmodellen

Bij het schrijven van regeling wordt in de plansoftware een tekstmodel gehanteerd. STOP kent 5 tekstmodellen.

Voor elk juridisch instrument (lees: documentsoort) is een Toepassingsprofiel Omgevingsdocument (TPOD) ontwikkeld. Met een TPOD kan software afdwingen het betreffende juridische instrument voldoet aan STOP.

Maakt men een nieuwe versie van een bestaande regeling, dan wordt gebruikt het tekstmodel van de bestaande regeling klassiek-model.md.

STOP is een generieke standaard en de STOP-tekstmodellen bieden daarom uitgebreide mogelijkheden voor het structureren van juridische tekst. De TPOD's definieren het gebruik van deze tekstmodellen per juridische instrumentsoort.

3. Schrijven van het besluitdeel

Nadat de regelingversie is opgesteld, wordt het besluit geschreven dat de nieuwe regeling of regelingwijziging zal introduceren. Afhankelijk van het gebruikte tekstmodel (klassiek of compact) zal de besluittekst anders luiden. Het belangrijkste verschil is:

  • Klassieke tekstmodel: de nieuwe regeling of -mutatie is opgenomen in het besluit zelf.

  • Compacte tekstmodel: de nieuwe regeling of -mutatie is opgenomen als wijzigbijlage bij het besluit. In het besluit staat een zinsnede als 'Het omgevingsdocument wordt vastgesteld zoals gegeven in Bijlage A van dit Besluit.'

Naast de nieuwe regeling of regelingwijziging, bevat het besluit de toelichting waarom de regeling op deze wijze is vormgegeven.

4. Vergelijken van de regelingversies

Is de nieuwe regelingversie een volledig nieuwe regeling (initiële regeling), dan wordt deze stap overgeslagen.

De in stap 2 opgestelde nieuwe regelingversie bevat - ook als het een wijziging betreft - de volledige regelingtekst. Het besluit bevat echter alleen de verschillen ten opzichte van een voorgaande regelingversie. Besluiten die niet STOP-conform zijn, bevatten wijzigingsinstructies om de wijzigingen te duiden (zoals "plaats onderstaand artikel 6 na artikel 5"). Soms zijn dergelijke instructies ambigu. Daarom maakt STOP gebruik van renvooi om de wijzigingen die het besluit in de regeling aanbrengt te tonen. Met een geautomatiseerde renvooi-service wordt het renvooi (de verschillen tussen twee regelingversies) bepaald.

De LVBB kan straks, na de publicatie en inwerkingtreding van het besluit, geautomatiseerd de nieuwe geconsolideerde regelingtekst bepalen, indien het besluit renvooi bevat ten opzichte van de heden geldende regelingversie.

Wordt de renvooi ten opzichte van een voorliggende, niet langer geldige, regelingversie gemaakt, dan ontstaat een probleem. Dit heet samenloop. De geconsolideerde regelingversie kan dan niet automatisch worden bepaald en het bevoegde gezag zal de samenloop alsnog op moeten lossen.

Samenloop kan zo veel mogelijk voorkomen worden door het renvooi zo laat mogelijk te bepalen, zodat het vrijwel zeker is dat het renvooi ten opzichte van de heden geldige regelingversie wordt gegeven.

5. Samenvoegen van regeling en besluitdeel

Nu zowel de besluittekst als de nieuwe regelingversie, dan wel de regeling-wijziging in renvooi, beschikbaar is, kunnen deze twee worden samengevoegd tot 'het besluit'.

6. Terinzagelegging, vaststelling of bekendmaking besluit

Afhankelijk van het type besluit moet het BG het besluit ter inzage leggen, voordat het besluit daadwerkelijk genomen wordt. Nadat het BG het besluit heeft genomen, wordt het aangeboden aan het Bronhouder Koppelvlak(BHKV) ter publicatie. Het BHKV geeft het besluit door aan de Landelijke voorziening beschikbaarstellen en bekendmaken (LVBB) ten behoeve van de publicatie van het besluit.

7. Consolideren van de regeling

Op het moment*) dat het besluit in werking treedt, wordt/worden de geconsolideerde regeling(en) die ontstaan uit het besluit, samengesteld.

*) of een bepaalde periode voorafgaand aan dit moment.