Functioneel presenteren

STOP hanteert het principe van functioneel presenteren: alleen als het een functie heeft om de presentatie voor te schrijven is het onderdeel van de standaard. In alle andere gevallen is het aan de applicatie die de standaard gebruikt om de presentatie te bepalen. Dus lettertype, fontgrootte, kleur, et cetera. zijn alleen onderdeel van de standaard als daar betekenis aan gehecht wordt. Voorbeeld: of de tekst van een besluit in zwarte of blauwe inkt is opgesteld is irrelevant, omdat alleen de tekst zelf functioneel is. Bij een tekst die vetgedrukt, in een groot font, weergeven moet worden omdat het een koptekst is, wordt deze wel als <kop> aangeduid in STOP. Welke lettertype, fontgrootte, enzovoorts gebruikt moet worden voor het weergeven van een koptekst is dan weer geen onderdeel van de standaard omdat dit (mede)afhankelijk is van het medium dat gebruikt wordt voor het weergeven van de tekst. Dit wordt verder toegelicht in Tekstpresentatie.

Daarentegen kunnen de kleuren die gebruikt zijn om verschillende geluidzones te verbeelden bij de vaststelling van een geografisch informatieobject wel relevant zijn om misinterpretatie te voorkomen: rood=hoge geluidsbelasting, groen=lage geluidsbelasting.